TENET 11

Financiën

Christenen hebben een heilig beheer over het evangelie en een bindend beheer over hun bezittingen. Ze zijn daarom verplicht om Christus te dienen met hun tijd, talenten en materiële bezittingen.

Volgens de Schrift dienen christenen hun middelen opgewekt, regelmatig, systematisch, evenredig en royaal bij te dragen aan de bevordering van de zaak van Christus op aarde.

Wij geloven dat het Oude Testament duidelijk tiende leerde, wat 10% is van onze bruto-inkomsten (eerste vruchten) die aan de plaatselijke tempel of synagoge werden gegeven. (Maleachi 3:10). In het Nieuwe Testament (Mattheüs 23:23)), veroordeelde Jezus het geven van tienden aan de Schriftgeleerden en Farizeeën niet, Hij benadrukte het als slechts een onderdeel van gehoorzaamheid. Jezus sprak vaak over geld omdat het ons hart openbaarde.

Na de oprichting van de kerk is er geen sprake van tienden, maar het richt zich nog steeds op het geven. We accepteren nog steeds veel delen van de wet omdat ze een leidraad zijn voor ons gedrag en onze zonde onthullen. Op dezelfde manier geloven we dat de tiende een gids is over waar we vandaag moeten beginnen met geven. Bovendien kan de Heilige Geest gelovigen ertoe aanzetten om extra bedragen te geven bovenop de tienden. Deze bedragen worden offergaven genoemd.

Genesis 14:20; Leviticus 27:30-32; Deuteronomium 8:18; Nehemia 10:37-38; Maleachi 3:8-12; Romeinen 6: 6-22; 12: 1-2; 1 Korintiërs 4: 1-2; 6: 19-20; 12; 16: 1-4; 2 Korintiërs 8-9; 12:15; Filippenzen 4: 10-19; 1 Peter 1:18-19 Matteüs 6: 1-4,19-21; 19:21; 23:23; 25: 14-29; Lucas 12: 16-21,42; 16: 1-13; Handelingen 2: 44-47; 5: 1-11; 17: 24-25; 20:35;

nl_NLDutch