TENET 10

Familie

God heeft het gezin ingesteld als de fundamentele instelling van de menselijke samenleving. Het is samengesteld uit personen die door huwelijk, bloed of adoptie aan elkaar verwant zijn. Het huwelijk is de vereniging van een man en een vrouw in een verbondsverbintenis voor een leven lang. Het is Gods unieke gave om de eenheid tussen Christus en Zijn kerk te openbaren en om voor de man en de vrouw in het huwelijk het kader te bieden voor intiem gezelschap, het kanaal voor seksuele expressie volgens bijbelse normen, en de middelen voor de voortplanting van het menselijk ras.

De man en de vrouw zijn voor God evenwaardig. Een man moet zijn vrouw liefhebben zoals Christus de kerk liefhad. Hij heeft de door God gegeven verantwoordelijkheid om in zijn gezin te voorzien, hem te beschermen en te leiden. Een vrouw moet zich genadig onderwerpen aan de dienende leiding van haar man, zoals de kerk zich gewillig onderwerpt aan het gezag van Christus.

Kinderen zijn vanaf de conceptie een zegen en een erfenis van de Heer. Ouders moeten hun kinderen Gods patroon voor het huwelijk laten zien. Ouders moeten hun kinderen spirituele en morele waarden bijbrengen en hen leiden, door een consequent levensstijlvoorbeeld en liefdevolle discipline, om keuzes te maken die gebaseerd zijn op bijbelse waarheid. Kinderen moeten hun ouders eren en gehoorzamen.

Genesis 1: 26-28; 2: 15-25; 3: 1-20; Exodus 20:12; Psalmen 51: 5; 78: 1-8; Spreuken 1: 8; 5: 15-20; Matteüs 5: 31-32; 18: 2-5; Romeinen 1: 18-32; 1 Korintiërs 7: 1-16; Efeziërs 5: 21-33; 6: 1-4; Kolossenzen 3: 18-21; 1 Petrus 3: 1-7

nl_NLDutch