TENET VIER

Kerk en politiek

Wij zijn van mening dat elke lokale kerk zelfbesturend is en vrij moet zijn van inmenging van enige regering of politieke autoriteit. We zijn verder van mening dat ieder mens rechtstreeks verantwoordelijk is jegens God in zaken van geloof en leven en dat iedereen vrij moet zijn om God te aanbidden volgens de voorschriften van het geweten.

De Bijbel leert dat een leider in de kerk een godvruchtig, moreel en ethisch persoon moet zijn, wat ook van toepassing moet zijn op politieke leiders. Als politici wijze besluiten willen nemen die God eren, moeten ze een op de bijbel gebaseerde moraal hebben waarop ze de beslissingen die ze nemen kunnen baseren.

Kwesties zoals de omvang en reikwijdte van de overheid en economische systemen komen niet expliciet aan bod in de Schrift. Bijbelgelovige christenen moeten kwesties en kandidaten steunen die zich aan de Schrift houden. We kunnen betrokken zijn bij de politiek en een openbaar ambt bekleden. We moeten echter hemels gezind zijn en ons meer bekommeren om de dingen van God dan om de dingen van deze wereld. Het maakt niet uit wie er in functie is, of we voor hen hebben gestemd of niet, of ze nu lid zijn van de politieke partij die wij verkiezen of niet, de Bijbel gebiedt ons om hen te respecteren en te eren. We zouden ook moeten bidden voor degenen die de autoriteit over ons hebben. We zijn in deze wereld, maar moeten niet van deze wereld zijn.

Er zijn zaken die de Bijbel expliciet behandelt. Dit zijn spirituele kwesties, geen politieke kwesties. Twee populaire kwesties die expliciet aan de orde komen, zijn abortus en homoseksualiteit en het homohuwelijk. Voor de bijbelgelovige christen is abortus geen kwestie van het recht van een vrouw om te kiezen. Het is een kwestie van leven of dood van een mens gemaakt naar Gods beeld. De Bijbel veroordeelt homoseksualiteit en homohuwelijk als immoreel en onnatuurlijk.

Genesis 1: 26-27; 9: 6; Exodus 21: 22-25; Leviticus 18:22; Psalm 139: 13-16; Jeremia 1: 5; Romeinen 1: 26-27; 13: 1-7; 1 Korintiërs 6: 9; Kolossenzen 3: 1-2; 4: 2; 1 Tessalonicenzen 5:17; 1 Timoteüs 3: 1-13; Titus 1: 6-9; 1 Petrus 2: 13-17; 1 Johannes 2:15

nl_NLDutch